Vandaag zijn Ronald en Caroll naar De Meevaart in Oost getrokken om deel te nemen aan de bijeenkomst van GroenLinks. Iedereen was welkom.
Het PGZO gaat nu actief de boer op om te proberen de nadelige gevolgen van de centralisatie zoveel mogelijk bij te sturen,
voor zover dat nog mogelijk is.
Op de afgelopen bijeenkomst in Zuidoost waren meerdere politieke partijen vertegenwoordigd (de bestuurscommissie Zuidoost) plus er waren ambtenaren. Eentje gaf een presentatie over de komende veranderingen en de planning. Het algehele doel was om geïnformeerd te worden en om te horen wat de aanwezigen ervan vonden.
Dit keer, bij GroenLinks, was het boeiende dat je met één partij te maken had die zelf aan het worstelen is of zij aan de nieuwe adviescommissie gaat deelnemen. Door er zo open over te brainstormen heb ik geleerd dat niet alleen ik ermee worstel. Dat geworstel is dus niet zo gek. En dat een partij ook als idee kan hebben dat deelname niet van lidmaatschap van een partij hoeft af te hangen maar dat een grote partij zich ook kan scharen achter niet leden met een belangrijk onderwerp. Daar zie ik kansen in.
Ik heb ook kunnen zeggen dat de participatie van een lokale gehandicapten organisatie mee moet tellen vanwege de implementatie van het VN-verdrag. En dat de centralisatie daar niet aan bijdraagt. Want lokaal is er ontzettend veel te doen.
Dit is geen verslag van de bijeenkomst enkel mijn vermelding over de lobby die wij voeren om de pijn van de centralisatie te verlichten.
Wat ik zelf interessant vond is om er achter te komen dat ik gaandeweg kon ontdekken op welke wijze ik wel zou willen deelnemen aan de commissie. Het kwam tot stand door 3 vragen.
1. Zou je in de adviescommissie willen? Nee. Motivatie: omdat ik van een one issue partij ben en daar zou ik campagne over moeten gaan voeren en ik zou mezelf moeten profileren. Het wordt dan gepolitiseerd. Onze organisatie is daar niet op toegerust en ik als persoon wil niet mijzelf profileren maar het onderwerp waar ik mee bezig ben. Maar niemand gaat alleen voor dat onderwerp willen kiezen want mensen hebben ook andere prioriteiten.
2. Zou je in de adviescommissie willen als GroenLinkser? Nee. Motivatie: dan begeef ik me in de politieke arena die bij mij het beeld oproept van het elkaar in de haren vliegen. Ik wil geen politicus zijn.
3. Zou je in de adviescommissie willen als vooraf wordt bedongen dat bepaalde onderwerpen verplicht in de commissie thuis horen? Ja als dat zou betekenen dat daardoor in elk stadsdeel de lokale gehandicaptenorganisatie verplicht deelneemt vanwege het onderwerp. Dan hangt het niet van campagne af en ik hoef mezelf niet te profileren maar ik ben er om het onderwerp te behartigen.
Overigens voor de duidelijkheid:
Onze ‘one issue’ bestrijkt wel alle facetten van het leven (de levensdomeinen). In die zin praten wij overal over mee. Echter dat meepraten gebeurt vanuit het perspectief van Agenda 22 onder de kritische loep van integrale toegankelijkheid. Dus alles beoordelen wij op toegankelijkheid. Dat is onze insteek.
Ik ben aangenaam verrast door de nieuwe Meevaart.
(Ik ben eind juni 2007 terecht gekomen in de wereld van belangenbehartiging voor gehandicapten.
Sinds 2010 noem ik het Carryonthemove bit voor gehandicapten. Carryonthemove is mijn alias. Bit = Bevorder integrale toegankelijkheid.
Sinds aanvang kreeg ik te maken met de Meevaart;
sindsdien ook met het gebruik en de toegankelijkheid en;
sindsdien streed ik mee om het gebruikersvriendelijk te maken.)
Een tijd geleden, december 2009, verhuisde ik naar Zuidoost vanuit Oost. Ondanks dat ik in Zuidoost meteen aan de slag ging als voorzitter van het Platform Gehandicapten, bleef ik nog wel wat werk uit Oost afmaken.
Één daarvan was meedenken met de renovatie van de Meevaart qua toegankelijkheid.
Onder mijn algehele regie zijn er filmpjes gemaakt in 2010, het resultaat na veel werk aan mobiliseren van mensen, overleggen en actie voeren.
Deze filmpjes zijn ook naar de behandelende ambtenaar en de architect gestuurd.
Dankzij deze filmpjes en de samenwerking van ZIN* en Assadaaka*,
is de fysieke toegankelijkheid van de Meevaart in Oost verbeterd.
* de sterren die hierbij Hip waren: Marianne Spierings, Koos Varewijck, Marja Stahli, Ahmed El Mesri, Wim Kwantes, Willy Roelofs, Ria Klumper, Saskia Hubelmeijer, Ingrid van Alphen, Renate Roze en Guus Braam.
Hip = Handicap important person.
ZIN = Zeeburg Inclusief (heet nu Onbeperkt Oost)
Assadaaka = Vriendschap. Een multiculturele vereniging.
We hadden toen een werkgroep ‘Bit voor de Meevaart’.
We ondernamen diverse acties om aandacht te krijgen voor de slechte toegankelijkheid van de Meevaart. Het stadsdeel kwam er niet onderuit om ons als stakeholder te behandelen.
Samen met Marja Stahli zat ik voor de tekening van de architect en heb ik gepraat als brugman waarom er een lift nodig is om binnen te komen, waarom er een nieuwe lift nodig is voor in het gebouw, waarom er op elke etage een toilet moet komen die ook geschikt is voor rolstoelen en waarom de tuin ook toegankelijk moet zijn. De tekening gaf niet dat vertrouwen.
Toen ik dat eenmaal allemaal had gedaan, heb ik aan de voorzitter van ZIN gemeld dat ik al alles had gedaan wat in mijn macht lag maar dat ik het wel genoeg vond zo. Zij beaamde het.
Met plezier heb ik geconstateerd dat de architect wel heel goed heeft geluisterd. Want alle punten heb ik vandaag, pas na 6 jaar, gezien. Wat heerlijk om het goede resultaat van ook mijn inzet te ervaren.
Ps. Geen enkele inzet van Cliëntenbelang Amsterdam zat in de activiteiten om De Meevaart toegankelijk te krijgen. Het waren de lokale bewoners die hebben gestreden en geadviseerd.
Wat wordt de rol van bewoners en organisaties in het nieuwe bestuurlijk stelsel van Amsterdam? That's de question gisteren in Podium Zo. Wij van het Platform Gehandicapten Zuidoost, PGZO waren de enigen die zich vooraf hadden aangemeld om iets te willen zeggen. Doch er waren een stuk of 4 andere bewoners die ook hebben ingesproken. We kregen een presentatie van de gemeente over de planning en daarover kwamen er veel vragen vanuit de zaal. Valt er nog bij te sturen.
Het was grappig om te horen dat andere bewoners de afsluiting van het stuk van de Abcouderpad tussen de poort en de Venser, maar niks vonden. Ze wilden een brug. Het PGZO heeft zich al bij aanvang hierover druk gemaakt maar raadt een brug af ivm gehandicapten en een tunnel zou beter zijn ter compensatie.
Deze bijeenkomst was een initiatief van de bestuurscommissie in Zo maar dat de Centrale stad zelf geen communicatieplan heeft om over het plan te vertellen vonden we wel curieus.
We waren er met Brenda, Claire, Sherry, Sally, Ronald en Caroll
https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/bestuurscommissies/bestuurscommissie-zo/nieuws-zuidoost/bestuur-stadsdeel/
Caroll Sastro Gehandicapt en toch actief Platform Gehandicapten Zuidoost, PGZO
Alle leden van de Gemeenteraad en vd Bestuurscommissies - dus ook hier in Zuidoost -
hebben een uitgebreide brief van ons gekregen - waarin we onze grieven duidelijk maken over de participatie notitie.
Die notitie is het gevolg van de keuze van het college om alles te centraliseren.
Ik ga hier niet uitgebreider daarop in - want u kunt het uit de brief halen.
Wel heb ik opmerkingen op de brief van de burgemeester van 3 nov 2016 aan de gemeenteraad.
Op geen enkele wijze herken ik de implementatie van Agend22 door de lokale gehandicapten organisaties. Wij zijn hier de verbeteraars van de lokale toegankelijkheid.
Maar die plek krijgen wij niet - en voor niets gaat de zon op - en van de zon alleen kunnen we niet leven.
Het college blijft gebiedsgerichte aandacht voor buurten en wijken benadrukken.
Maar wij zijn niet buurt- of wijkgericht bezig,
Wij komen overal in het stadsdeel waar de toegankelijkheid verbeterd moet worden.
Wij zijn immers Platform Gehandicapten Zuidoost
We hebben geadviseerd in de Bijlmer, Venserpolder, Gein, Holendrecht, Driemond, Reigersbos enz.
Slechte toegankelijkheid doet zich overal voor.
Je kan dan wel zeggen ga in de adviescommissie zitten -
maar daar moet je eerst voor gekozen worden.
We zijn een one issue partij wie gaat voor ons kiezen? En goede toegankelijkheid is geen keuze.
Onze achterban is heus niet de meerderheid in Zuidoost
Dan nog - er speelt zich veel meer in hun leven af dan wat wij doen - hoezo zouden ze voor ons willen kiezen?
En om gekozen te worden moet je campagne gaan voeren - wat komt daar allemaal wel niet bij kijken - hoeveel energie kost dat wel niet - en geld?
Wij zijn helemaal niet daarop uitgerust.
Wat dat betreft zien wij geen verschil met de verkiezingen voor een stadsdeelraad of een bestuurscommissie - het blijft gepolitiseerde gedoe.
Daar beginnen we niet aan - wil niet zeggen dat Agenda 22 daarom meer meedoet.
Ze hebben het over bewoners dichterbij het bestuur - maar via de notitie - centraliseren ze onze werk - wat tot gevolg heeft dat een andere organisatie ons werk overneemt.
Dus – i.p.v. dat wij dichterbij het bestuur komen zie ik ons niet meer bestaan.
Dat moet haast wel want - wij gaan natuurlijk niet het contact met de achterban hier warmhouden, schouwen en adviezen uitbrengen - met behulp van de zon alleen.
Geacht college, gemeenteraad, bestuurscommissies,
en verder iedereen die het aangaat of het zich aantrekt,
U treft hierbij een 8 pagina lange poging van het Platform Gehandicapten Zuidoost, PGZO, om aan u duidelijk te maken hoe wij als lokale gehandicaptenorganisatie de centralisering ervaren en de notitie Beleidsparticipatie Wmo gemeente Amsterdam, die daarvan het gevolg is (https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/4791111/1/type%3Dpdf).
Wij hopen dat u de tijd wilt nemen om het te lezen.
Op pagina 2 treft u onze 2de brief hierover.
Op pagina 5 de VN standaardregels.
Op pagina 7 een kleine opsomming van onze inzet lokaal.
Op dit moment is het beleid van de gemeente om zoveel mogelijk integrale adviezen te ontvangen via Cliëntenbelang Amsterdam, CBA, en de WMO-adviesraad Centrale Stad. De participatie van de stadsdelen komt hiermee in het geding, wij ondervinden hier last van, er gaat veel vrijwilligersenergie aan verloren en de toegankelijkheid is er niet beter op geworden.
Wij willen middels dit schrijven duidelijk maken hoe erg wij de zelfstandige inzet van de lokale gehandicaptenorganisaties missen in dit verhaal. Dat inzet van de lokale gehandicaptenorganisaties onmisbaar is voor de implementatie van het VN verdrag. En dat we geen bevordering van integrale toegankelijkheid door CBA ervaren plus dat er op dit moment totaal geen 2 richtingsverkeer van de WMO-adviesraad Centrale Stad met de lokale gehandicaptenorganisaties afspeelt.
In de brief die hierna volgt leggen wij het nader uit.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en danken u hartelijk voor uw aandacht.
Heel graag ontvangen wij uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Platform Gehandicapten Zuidoost
Geacht college, gemeenteraad, bestuurscommissie,
en verder iedereen die het aangaat of het zich aantrekt,
Op 17 november 2016 was de Openbare vergadering van de Raadscommissie Algemene Zaken.
Helaas hebben wij deze gemist. Wij hadden graag willen inspreken om onze denkwijze over uw participatienota met u te delen. Op dit moment is het voor ons niet duidelijk of wij in de toekomst met behulp van uw steun nog wel ons werk kunnen voortzetten. Ons werk is adviseren met als doel de toegankelijkheid te verbeteren. Het lijkt erop dat u dit product helaas niet meer waardeert.
Doch het kan zijn dat wij het misverstaan.
Wij zijn het Platform Gehandicapten Zuidoost. PGZO. Wij komen op voor goede toegankelijkheid goede zorg en goede bejegening. Ons werkterrein is Zuidoost maar omdat de wereld veel groter is dan Zuidoost, en we dus ook buiten Zuidoost komen, worden we ook geconfronteerd met slecht geregelde toegankelijkheid buiten Zuidoost. We bemoeien ons dan ook met alles dat onze participatie belemmert in het maatschappelijk leven. Bijvoorbeeld het Openbaar Vervoer, maar ook alles en overal waarbij er sprake is van discriminatie of uitsluiting.
Wij zijn een organisatie waar we blijvend aan bouwen en waar we ontzettend hard aan werken om het te onderhouden. Het merendeel van onze leden zijn mensen met een beperking die van belangenbehartiging een zinnige dagbesteding hebben gemaakt. Wij zijn ervan overtuigd dat adviseren niet kan zonder kennis van beleid en wet, gecombineerd met raadpleging van ervaringsdeskundigen. Dit vergt een organisatie met een goed bestuur, het regelmatig updaten van onze kennis en kunde, het warm houden van het contact met de achterban d.m.v. activiteiten, en ervoor zorgen dat wij zichtbaar zijn, werken aan bewustwording middels trainingen workshops, lezingen, presentaties en veel netwerken.
Het tot stand komen van een advies kost heel wat uurtjes omdat het altijd gaat om maatwerk: je moet eerst schouwen, soms een paar keer, daarna moeten de richtlijnen toegepast worden, en het advies moet uitgewerkt worden in een professionele tekening.
Voor de inwerkingtreding van het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2014 waren wij beter in staat om als organisatie onze belangen te behartigen. Wij konden rechtstreeks contact hebben met bevoegde personen. Het vergemakkelijkte niet alleen de communicatie maar het maakte ook dat er veel meer slagvaardigheid zat in de route die wij bewandelden. We kregen noodzakelijke aanpassingen en veranderingen ook makkelijker voor elkaar.
Wij spraken in bij de voormalige stadsdeelraad en bijna altijd konden wij tevreden weggaan met de geboekte resultaten.
Ook hadden wij een zetel in de toenmalige Ambtelijke Verkeerscommissie, waardoor wij bij aanvang betrokken waren bij verkeersplannen en plannen voor de openbare ruimte in het stadsdeel.
Tevens konden wij via de lokale Wmo-adviesraad ervaringen en informatie uitwisselen, en meedenken en adviseren over zaken die met zorg, welzijn en ondersteuning te maken hebben.
Op dit moment is er geen enkele communicatie met Stedelijke WMO-adviesraad. De stadsdelen worden niet actief erbij betrokken, en de leden van de raad opereren zonder last of ruggenspraak, adviezen verschijnen onder embargo.
Het is alsof de Stedelijke WMO-adviesraad op een eiland in Amsterdam zit en dat terwijl de raad over heel Amsterdam moet gaan. We hebben geen idee hoe de raad denkt over de participatienota. Zou het ook niet de WMO-adviesraad moeten zijn die zich uit over de gevolgen van de centralisatie voor de stadsdeelgroepen?
Sinds de introductie van het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2014 is de werkwijze veranderd en volgens onze ervaring heeft het ons meer frustraties dan voordelen opgeleverd. En we zijn meer vrijwilligersenergie kwijt. Het heeft onze communicatie bemoeilijkt en de route waarmee we onze lokale belangen willen behartigen, is ingewikkelder geworden.
· Communicatie over beleid en gemeentelijke beslissingen is uitsluitend top-down, en onze inbreng als ervaringsdeskundigen en belanghebbenden wordt niet gevraagd en niet gehoord.
Zo zijn wij juist verder verwijderd geraakt van het verbeteren van de toegankelijkheid in Zuidoost maar ook van daarbuiten.
De bestuurscommissie verwijst ons door naar de centrale stad, waaruit we merken dat men beseft dat ze geen zeggenschap hebben.
Met een toekomstige adviescommissie in het stadsdeel voorzien wij hetzelfde, wellicht een tikkeltje erger, want het betreffen immers adviezen die u naast u neer kunt leggen.
Op dit moment kunnen en mogen wij wel direct adviseren over de uitvoering van lokale projecten, doch in de fase van ontwerp en planning worden we niet meer direct betrokken. Vroeger wel.
De advisering over ontwerp en planning loopt nu via Cliëntenbelang Amsterdam, CBA. Een constructie en een organisatie waar wij helemaal niets mee hebben. Wij hebben zelfs in 2011 ons lidmaatschap opgezegd omdat wij geen enkele toegevoegde waarde ervoeren van hun bestaan. Zij ondersteunden onze lokale belangenbehartiging niet echt, maar wij mochten wel opdraven als zij ons nodig hadden.
Bijvoorbeeld de website Toegankelijk Amsterdam. Die kon alleen maar onderhouden worden als de ervaringsdeskundigen uit de stadsdelen de locaties schouwden die op de website te vinden waren. Maar wat hadden wij er uiteindelijk lokaal aan voor de verbetering van bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de buurthuizen? CBA heeft daar op geen enkele wijze betrokkenheid bij betoond.
Het is het PGZO’s eigen verdienste geweest om te knokken voor toegankelijker buurthuizen.
Het is PGZO die gebouwen in Zuidoost schouwt, kritisch volgt en adviezen maakt over de toegankelijkheid. Hetzelfde geldt voor de algehele toegankelijkheid in Zuidoost. Geen enkele inzet van CBA zit hierin.
Dat hoeft van ons ook niet. Wij kunnen het heel goed zelf, en wij konden het heel goed zelf, tot de introductie van het nieuwe bestuurlijk stelsel in 2014. Toen de werkwijze begon te veranderen.
Het verbeteren van de toegankelijkheid van het stadsloket en de sociale loketten is top-down en bureaucratisch verlopen. CBA was bij de samenstelling van het toegankelijkheidsrapport wel betrokken echter tot onze verbijstering miste de eindrapporten en de aanbevelingen elke verwijzing naar welke toegankelijkheidsrichtlijnen dan ook. Wij vinden het stuitend dat deze wijze de implementatie van het VN Verdrag juist tegenwerkt. Want om goede toegankelijkheid te borgen zijn wij er allen bij gebaat dat de richtlijnen juist gehanteerd worden waarbij maatwerk wordt overgelaten aan de lokale gehandicaptenorganisaties. Toegankelijkheid de norm en ontoegankelijkheid een uitzondering.
Onze stadsloket is niet integraal toegankelijk, en evenmin de sociaal loketten. Wij mochten op afstand wel onderzoeksgegevens leveren bij CBA maar we werden buiten de werkwijze gehouden. De door CBA opgestelde vragenlijsten bleken in strijd met de toegankelijkheidsrichtlijnen. Het gaat notabene over onze lokale loketten.
Zo ook liet CBA een onderzoek doen naar de toegankelijkheid van de werkplekken in het stadsdeelkantoor. Als wij niet aan de bel hadden getrokken waren wij hier niet eens van op de hoogte geweest. Wij zijn niet eens op de hoogte gesteld van de onderzoeksresultaten. Terwijl wij regelmatig vergaderen in dat gebouw.
Onze adviezen met betrekking tot de toegankelijkheid van de openbare ruimte gaan nu via de handen van collegavrijwilligers uit andere stadsdelen, naar de Centrale Verkeerscommissie, CVC. Dus het enige wat CBA doet is … niets!
Collegavrijwilligers uit andere stadsdelen halen de stukken van de CVC binnen en distribueren ze. Wij maken de adviezen, collegavrijwilligers uit andere stadsdelen verzamelen de adviezen en spelen ze via CBA, uit naam van CBA door naar de CVC. En zo komen onze adviezen in handen van CBA waar wij ze niet voor bedoeld hebben. Een onnodige omweg vinden wij. Het is cru voor ons dat CBA vervolgens met de eer strijkt terwijl de lokale gehandicaptenorganisaties er werk aan hebben, terwijl ze ook nog voor hun eigen financiële ondersteuning moeten knokken.
Wij waren verbijsterd toen bleek dat goede toegankelijkheid slecht geregeld was op de nieuwe huisvesting van CBA. De organisatie die opkomt voor gehandicapten. Zij moeten toch een voorbeeld stellen?
En dat het CBA niet opkwam voor de scootmobieler met een beperking (die niet in het Rijksmuseum mocht), vinden wij onbegrijpelijk. De organisatie die Eigen Regie hoog in het vaandel pretendeert te hebben gaf als advies dat men kon overstappen in een rolstoel en zich maar moest laten duwen door een vreemde vrijwilliger, geheel tegen de visie van Agenda 22 in.
PGZO gaat voor integrale toegankelijkheid, en volgt daarbij de algemeen erkende
toegankelijkheids-richtlijnen en handboeken als norm en uitgangspunt.
Wij hanteren het Handboek Toegankelijkheid, de ITS-criteria, Richtlijn Toegankelijkheid (CROW 337) en NEN 1814.
De hierin vastgelegde minimumeisen voor toegankelijkheid zijn in overleg met gehandicaptenorganisaties opgesteld. Geheel in lijn dus met de VN-teksten.
Iedereen, elke organisatie, overheid of instantie die de VN-teksten en toegankelijkheid serieus
neemt zou moeten inzien dat toegankelijkheid alleen gegarandeerd is wanneer deze basisregels gehanteerd worden. Tot op heden blijkt niet dat CBA onze mening in deze deelt, sterker nog, regelmatig
hebben we moeten constateren dat hun adviezen de richtlijnen niet volgen. CBA stelt zich zo, naar onze mening niet op als sterke behartiger van de toegankelijkheidsbelangen.
Vriendelijk verzoeken wij u om de lokale gehandicaptenorganisaties volgens de visie van het VN-verdrag te erkennen als serieuze stakeholders en hen de middelen te verschaffen om hun organisatie zelfstandig te laten voortbestaan. Het zijn immers deze stakeholders die de toegevoegde waarde zijn bij de implementatie van het VN-verdrag. In elk stadsdeel is genoeg werk lokaal te verrichten en voor integrale adviezen kunnen de lokale gehandicaptenorganisaties zelf bij elkaar komen om gezamenlijk een standpunt te bepalen.
Platform Gehandicapten Zuidoost
Verenigde Naties
· In 1994 stelde de VN een serie standaardregels op betreffende het bieden van gelijke kansen voor gehandicapten (agenda 22).
·
In 2006 is het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door de VN
aangenomen.
Uit beide door Amsterdam en Nederland erkende en onderschreven documenten van de Verenigde Naties ontlenen wij de verplichting aan de overheid ons, als lokale gehandicaptenorganisatie direct en in het vroegste stadium te betrekken bij (ver-)bouwplannen aan (openbare) gebouwen en in de openbare ruimte.
Verder verplichten deze internationale afspraken en de daaruit volgende Nederlandse wet- en regelgeving de overheid tot het opstellen en handhaven van minimumrichtlijnen waardoor toegankelijkheid de norm wordt, en niet langer uitzondering is.
De normen, vastgelegd in ITS, handboek toegankelijkheid en CROW publicaties moeten daarom gelden als verplichte minimum-toegankelijkheidseisen. Deze richtlijnen en handboeken zijn opgesteld in nauw overleg met gehandicapten en hun vertegenwoordigers.
In de loop der jaren is er op het gebied van participatie van gehandicapten met betrekking tot de
toegankelijkheid van de openbare ruimte veel veranderd. Soms ten goede, soms ten slechte.
Op een aantal plaatsen is de toegankelijkheid verbeterd, op veel meer plaatsen valt er nog heel veel te doen.
Raadpleging, advisering en opvolgen van de inbreng van lokale ervaringsdeskundigen, en de door hen aangewezen vertegenwoordigers is hierbij onmisbaar. De plicht tot raadpleging is vastgelegd in
de internationaal, nationaal en lokale wet- en regelgeving.
Standaardregels betreffende het bieden van gelijke kansen voor gehandicapten (agenda
22)
4 maart 1994
Regel 5. Toegankelijkheid
De staten dienen te erkennen dat bij het bieden van gelijke kansen op alle deelterreinen van het maatschappelijk leven toegankelijkheid van het allerhoogste
belang is. De staten dienen ten behoeve van alle gehandicapten a) actieprogramma's op touw te zetten om de leefomgeving toegankelijk te maken, en b) maatregelen te nemen om toegang te geven tot
informatie en communicatie.
a) Toegankelijkheid van de leefomgeving
4. Gehandicaptenorganisaties dienen te worden geraadpleegd bij het opstellen van normen en voorschriften betreffende toegankelijkheid.
Zij dienen ook ter plaatse in het allervroegste stadium bij bouwplannen te worden betrokken om aldus te kunnen zorgen voor maximale toegankelijkheid.
VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
2006
Artikel 9 Toegankelijkheid
1. Teneinde personen met een handicap in staat te stellen zelfstandig te leven en volledig deel te nemen aan alle facetten van het leven, nemen de Staten
die Partij zijn passende maatregelen om personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen tot de fysieke omgeving, tot vervoer, informatie en communicatie, met
inbegrip van informatie- en communicatietechnologieën en –systemen, en tot andere voorzieningen en diensten die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, in zowel stedelijke als
landelijke gebieden.
Deze maatregelen, die mede de identificatie en bestrijding van obstakels en barrières voor de toegankelijkheid omvatten, zijn onder andere van toepassing op:
a. gebouwen, wegen, vervoer en andere voorzieningen in gebouwen en daarbuiten, met inbegrip van scholen, huisvesting, medische voorzieningen en werkplekken;
b. informatie, communicatie en andere diensten, met inbegrip van elektronische diensten en nooddiensten.
2. De Staten die Partij zijn nemen tevens passende maatregelen om:
a. de implementatie van minimumnormen en richtlijnen voor de toegankelijkheid van faciliteiten en diensten die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, te ontwikkelen, af te kondigen
en te monitoren;
Voorbeelden van lokale belangenbehartiging
· Renovatie winkelcentrum Gein
In 2013 viel rolstoeler Dirk in het pas gerenoveerde winkelcentrum Gein met rolstoel en al
ondersteboven. Oorzaak: hij was met één van de wielen in de goot terechtgekomen, en die bleek te diep te zijn aangelegd.
Dirk heeft dit aan PGZO voorgelegd waarna wij contact hebben gelegd met de verantwoordelijke
ambtenaren, waar onder de projectleider. Daarna heeft het PGZO samen met de ambtenaren geschouwd. De ontwerper had zich nooit gerealiseerd dat een molgoot problemen zou kunnen opleveren.
De geleidelijn in dat zelfde winkelcentrum bleek niet veilig bruikbaar, omdat hij tegen de richtlijnen in, vlak langs de verzamelplaats voor winkelwagentjes loopt.
Beide toegankelijkheidsproblemen bleken achteraf niet meer op te lossen, want aanpassingen vallen buiten het project, en dan is er geen budget.
Vooraf heeft het PGZO niet de kans gekregen om het ontwerp van Winkelcentrum Gein te beoordelen op toegankelijkheid.
· Hoekenrodeplein
Toen PGZO in 2013, nadat PGZO er zelf achteraan had gezeten, inzage kreeg in de ontwerptekeningen
voor het nieuwe Hoekenrodeplein, was het werk al aanbesteed, en bleek het niet meer mogelijk in te gaan op onze voorstellen om de toegankelijkheid te verbeteren.
Het Hoekenrodeplein is prachtig geworden, maar absoluut onveilig voor mensen met een visuele beperking. De geleidelijk stijgende obstakels van de in egaal grijze natuursteen uitgevoerde treden
zorgen veel te vaak voor struikelpartijen, en niet alle horecagelegenheden zijn rolstoelvriendelijk.
Alweer: toegankelijkheidsproblemen die niet meer op te lossen zijn.
· World of Food
Toen de plannen voor het realiseren van World of Food in de voormalige parkeergarage Develstein bekend werden hebben we alles wat in onze macht lag gedaan om vanaf het eerste stadium te kunnen adviseren over de toegankelijkheid. Tevergeefs, we werden niet gehoord. Pas nadat wij actie hebben gevoerd en de ECHO hebben ingeschakeld, is World of Food in gesprek gegaan met ons.
Resultaat: We hebben wat aanpassingen voor elkaar gekregen doch World of Food is, ook na een aantal extra (dure) aanpassingen nog steeds slecht toegankelijk voor gehandicapten (en voor mensen met een visuele beperking zelfs gevaarlijk).
· Maasdrielhof
Bij de grootscheepse renovatie van de openbare ruimte van Maasdrielhof heeft PGZO geadviseerd in de ontwerpfase. Echter, toen het project in 2016 in uitvoering was kregen we van verschillende bewoners signalen dat ze niet meer veilig hun huis in- of uit konden. Er was voor dit project geen BLVC-plan nodig geweest, bovendien werkte de aannemer niet volgens ZWIA, en het toezicht schoot tekort. Nadat PGZO alarm had geslagen heeft de aannemer op last van het stadsdeel zijn werkwijze aangepast en werd er tijdens de verdere uitvoering ook rekening gehouden met de toegankelijkheid.
· Holendrecht en Venserpolder
Bij de renovatie van winkelcentra Holendrecht en Venserpolder is PGZO wel vanaf de allereerste ontwerpfase betrokken geweest. Joepie! Resultaat: twee toegankelijke winkelcentra. Met bruikbare veilige geleidelijnen en winkelentrees zonder drempels.
· Station Holendrecht, het AMC en het busstation.
Binnenkort begint de grootschalige herinrichting van het gebied tussen Station Holendrecht, het AMC en het busstation. PGZO kreeg pas lucht van de plannen in de voorbereidingsfase van de uitvoering. Plannen zijn vastgesteld, en niet meer te aan te passen. Of het eindresultaat voldoet aan alle toegankelijkheidsrichtlijnen zullen we dus moeten afwachten.
We hebben gelukkig wel al kunnen adviseren over de maatregelen die genomen moeten worden om de doorgaande- en omleidingsroutes tijdens de uitvoering van de werkzaamheden goed toegankelijkheid te
maken.
En er liggen 2 gehandicapten parkeerplaatsen op een gevaarlijke plek (en tegen de richtlijnen in).
Het PGZO heeft geadviseerd om dit niet te doen vanwege de veiligheid van de rolstoeler doch het advies is niet opgevolgd. Het PGZO heeft het alsnog opgepakt om een alternatief te bieden.
· Checklist Toegankelijkheid Openbare ruimte.
In 2012 is PGZO betrokken geweest bij de samenstelling van de Checklist Toegankelijkheid Openbare
ruimte. Mede dankzij het PGZO is later dat jaar de checklist in ons stadsdeel ingevoerd als officieel werkdocument.
Mede dankzij de inspraak van PGZO is de checklist terechtgekomen bij de behandeling van Amsterdam 10 keer Toegankelijk. Dankzij deze move wordt die zelfde Richtlijn nu doorontwikkeld voor
stadsbrede invoering. Doch wij worden in dit proces niet betrokken.
Het zal u niet verbazen dat PGZO van mening is dat goede toegankelijkheid niet bereikt kan worden zonder directe betrokkenheid van lokale ervaringsdeskundigen en hun vertegenwoordigers, vanaf het allervroegste stadium.
· Scootmobielers zijn ook beperkt
December 2015 heeft een echtpaar uit onze achterban woonachtig in Groenhoven de kwestie betreft het stallen van de scootmobiel van 1 van hen aan het PGZO voorgelegd. Het PGZO heeft een onderzoek verricht naar de veiligheid van de stallingsplek, heeft geconstateerd dat er geen regels worden overtreden en heeft vervolgens hierover bemiddeld met de VvE. Als het PGZO geen hulp had geboden stond het echtpaar alleen en in de kou.
· Gehandicapten parkeerplek Q-parking
Augustus 2015 heeft iemand uit onze achterban gemeld dat zij niet meer de Q park garage uit kon omdat er een rolstoel onvriendelijke hek was geplaatst. Na bemiddeling en diverse acties van het PGZO waaronder ook de Echo was ingeschakeld heeft Q park het hek verwijderd. Dit nadat we in eerste instantie tegen heel veel onwelwillendheid van hun kant stuiten.
Eigenlijk hebben we veel meer voorbeelden maar dan houdt het niet op. Liever verwijzen wij door naar ons jaarverslag https://www.platformgehandicapten.com/jaarverslag/
Gaat Clientenbelang Amsterdam dit alles moeten overnemen volgens de gemeenteraad?
Ontoegankelijk = onbruikbaar
Reactie schrijven